Wie dezer dagen een bezoek brengt aan het Kantcentrum, De Jeruzalemkapel of het Museum voor volkskunde moet beslist eens kijken naar de mooie blauwe bloemetjes op de muur van het Kantcentrum en in de dakgoot van het museum.
Daar bloeit momenteel de randjesbloem, ook wel het blauwkussen genoemd. En die naam is niet gestolen. Het lijken net kussentjes van blauwe bloemen. Het zijn niet echt wilde planten, maar wel “verwilderde” planten.
De Latijnse naam is Aubrieta.
Aubrieta is een geslacht uit de kruisbloemenfamilie (Brassicaceae). Het is door Michel Adanson vernoemd naar Claude Aubriet, een Franse schilder van bloemen. Het geslacht is afkomstig uit het zuiden van Griekenland, maar de planten komen nu als verwilderde tuinplant in geheel Europa voor.
Aubrieta is een wintergroene vaste plant waarvan de bekendste oorspronkelijke soort (Aubrieta deltoidea) kleine blauwe bloemetjes bezit. De bloei start vroeg na een zachte winter al rond half maart en kan bij aanhoudend koel weer voortduren tot in mei. De bloei kan zo rijk zijn dat je soms de bladeren niet meer ziet.
Aubrieta vormt een dicht kussen van kleine blaadjes en lavendelblauwe bloempjes die een streling voor het oog zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten