zondag 24 februari 2019

Roodborstje (Erithacus rubecula)

Van Rafaël Plasman ontving ik enkele mooie foto’s van een roodborstje. Zijn tuin is blijkbaar een geliefde pleisterplaats voor veel vogelsoorten die we in de stad ook aantreffen. 

Hoe dan ook, het roodborstje is klein maar dapper. Hij waagt zich vaak zeer dicht bij de mensen en schrikt er niet voor terug om je een beetje arrogant uit te dagen.  Hij is niet bang voor mensen en is daardoor ook de meest geliefde tuinvogel. Terwijl je in de tuin aan het klussen bent, houden ze je vaak nauwlettend in het oog. 

Foto: Rafaël Plasman


Het is een vrij gedrongen vogeltje en zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een opvallende bruinrode tot oranje keel. De staart is roodbruin, de rug bruin en de buik lichtgekleurd. De zang is het hele jaar te horen. Hij begint 's ochtends te zingen als het nog donker is. Bij gevaar stoot hij de kreet 'tsik' uit. Een bijzonderheid van de roodborst is dat ook de vrouwtjes zingen, vooral in de herfst.

Het roodborstje eet voornamelijk op de grond levende insecten (vooral kevers) en slakken, wormen en spinnen. Van de herfst tot vroeg in de lente vormen wormen, fruit en bessen een belangrijk deel van zijn dieet.

Ze hebben een lange, dunne snavel, die onovertroffen is om insecten en spinnen te vangen in het eigen territorium waar geen soortgenoten worden geduld. Het roodborstje is zeer onverdraagzaam.  Zijn oranje borst wordt gebruikt als verdedigingsmiddel om eventuele indringers af te schrikken. Roodborstjes markeren de grenzen van hun ± 7000m² groot domein met een luid gezang. Bij de mannetjes wordt er bij een vechtpartij zeer hevig gevochten, soms tot de dood.



De vogel broedt tot twee keren vanaf april tot juli. De roodborstvrouwtje maakt een slordig diep nest op de grond dat bestaat uit gras, mos, wortels en bladeren. De nestplaats bevindt zich tussen hoge grassen, boomwortels, klimop, bodembedekkers of onder struiken. Het roodborstje durft zich ook al eens te nestelen in holle bomen, spleten, hagen,… maar dan wel dicht bij de grond. Spijtig genoeg worden ze net daardoor ook vaak leeg geroofd door katten, wezels, egels, ratten, kraaien en Vlaamse gaaien. 

In een nest worden vier tot zeven eieren gelegd. Het zijn witte eieren met roestbruine vlekken. Op dit legsel zal het vrouwtje twee weken broeden. In de broedperiode wordt zij door het mannetje gevoerd, soms wel drie keer per uur. De eerste drie weken worden de jongen door beide ouders onderhouden. Na deze periode kunnen de jongen al goed vliegen en hebben ze geen hulp meer nodig van de ouders. Jonge vogels bezitten een volledig gevlekt verenkleed, zonder oranje. Zo zijn ze beter gecammoufleerd en wekken ze geen agressie op bij het mannetje. In het najaar van het eerste levensjaar krijgt het jonge roodborstje zijn volwassen verenkleed. De lente daarop is het geslachtsrijp.



Stephen Moss schreef  "Een biografie van het roodborstje". Hij bouwde zijn boek op in twaalf hoofdstukken, één voor elke maand in het leven van het vogeltje. Zo weet je meteen ook hoe oud het wordt. Onmogelijk dus om een vogeltje jarenlang te kennen. En zelfs als een roodborstje op magische wijze de leeftijd van twee jaar zou bereiken, zou je hem nog niet herkennen. Alle roodborstjes zijn namelijk nagenoeg identiek. Zo lijken zelfs zo erg op mekaar dat een mannetje niet van een vrouwtje te onderscheiden is. Zelfs niet voor de vogeltjes zelf. 

We volgen het roodborstje vanaf het moment dat het uit zijn ei kruipt en leren van alles over zang, voeding en migratie. Moss schrijft daarnaast boeiend over de menselijke fascinatie voor het roodborstje. Hoe komt het dat het beestje zich zo diep in het hart van de Europese vogelliefhebber heeft genesteld, en die van de Britten in het bijzonder?
Het boek is te verkrijgen bij Standaard boekhandel : https://www.standaardboekhandel.be/seo/nl/boeken/dieren/9789026344602/stephen-moss/het-roodborstje


Foto's: Rafaël Plasman (Brugge)

Bron: Wikipedia en https://www.tuinadvies.be/artikels/roodborstje_vogel





Geen opmerkingen: